zonneboiler-kopen.be
De zonnecollectoren zijn, naast het buffervat, één van de meest zichtbare onderdelen van een zonneboiler installatie. De zonnecollectoren zien er fysiek uit zoals zonnepanelen, en liggen net als de zonnepanelen op het dak van je woning om zonnestralen op te vangen.
In dit artikel gaan we dieper in op de functie van de zonnecollectoren in het hele systeem. We bekijken ook waarop je moet letten bij het plaatsen van zonnecollectoren en overlopen de verschillende soorten zonnecollectoren. We proberen je tot slot ook een richtprijs mee te geven voor het plaatsen van zonnecollectoren op je dak.
Zonnecollectoren zijn meestal op het dak te vinden. Hun voornaamste doelstelling is namelijk om zoveel mogelijk zonnestralen op te vangen. In een zonnecollector lopen namelijk kleine buisjes in kronkelvorm, waarin een wateroplossing stroomt. Meestal gaat het om water met glycol, een substantie dat belet dat het water kan bevriezen.
Doordat de zonnestralen op de zonnecollectoren schijnen, zal dit glycolwater geleidelijk aan gaan opwarmen. Wanneer het water voldoende is opgewarmd, zal het verder naar het voorraadvat worden gepompt, waar het z'n warmte afgeeft.
Zonnecollectoren zijn op zo'n manier ontworpen dat ze zoveel mogelijk zonnestralen opvangen. Het zijn relatief grote vlakken van ongeveer een dikke vierkante meter groot. Aan de achterkant van klassieke zonnecollectoren bevindt zich een metalen plaat, die extra heet wordt van zodra de zon hierop schijnt. Deze plaat heeft uiteraard een versterkend effect, en zorgt ervoor dat het glycolwater dat door de zonnecollector stroomt, nog sneller opwarmt.
Indien je het gamma van de verschillende merken van zonneboilers al eens hebt bekeken, dan zal je al gemerkt hebben dat er grofweg twee types zonnecollectoren zijn. Enerzijds heb je de klassieke zonnecollectoren, de vlakke collectoren. Aan de andere kant heb je de nieuwere generatie zonnecollectoren, de zogenaamde vacuümbuiscollectoren. Wat is het verschil tussen de twee? Dat gaan de in deze paragraaf uitzoeken.
De klassieke vlakke zonnecollectoren zien er nog het meest uit zoals de bekendere zonnepanelen. Het zijn vlakke collectoren, waarin een buis in kronkelvorm doorheen de hele collector loopt. In deze buis bevindt zich het water of glycolwater dat door de zon opgewarmd zal worden.
Om het effect van de opwarming door de zon nog te versterken, bevindt zich achteraan de collector een metalen plaat, die extra heet wordt wanneer de zon hierop schijnt. Hierdoor zal het glycolwater nog sneller kunnen opwarmen, waardoor de zonnecollectoren een nog hoger rendement krijgen.
Bij vlakke collectoren is de plaatsing van de collectoren heel belangrijk. Vlakke collectoren moeten zo goed mogelijk naar de zon gericht zijn om een zo hoog mogelijk rendement te bekomen. Dit betekent dat, net zoals bij zonnepanelen, de zonnecollectoren in een zo optimaal mogelijke hellingsgraad en oriëntatie geplaatst moeten worden.
Wat de hellingsgraad betreft, kies je best voor een hoek tussen 20° en 50°. De ideale hellingsgraad bevindt zich echter tussen 30° en 40°, dus probeer zeker om deze hoek aan te houden. Uiteraard zal de ideale hellingsgraad wel verschillen al naargelang het seizoen. In de winter staat de zon lager, en is een hogere hellingsgraad beter. Maar uiteraard moet je in dat geval wel in staat zijn om je hellingsgraad aan te passen, wat zeker bij hellende daken niet altijd het geval is.
Op vlak van oriëntatie, plaats je je zonnecollectoren best in zuidelijke richting, aangezien de zon uiteraard het grootste deel van de dag uit zuidelijke richting schijnt. In tegenstelling tot bij zonnepanelen, is het bij zonnecollectoren echter minder belangrijk dat je zoveel mogelijk naar het zuidelijkste punt richt. Indien je meer richting oosten of westen richt, dan zal je nog steeds een behoorlijk rendement halen.
Het tweede type zonnecollectoren zijn de zogenaamde vacuümbuiscollectoren. Deze zien er iets anders uit dan de klassieke vlakke collectoren. Bij vacuümbuiscollectoren bestaan de collectoren uit een reeks naast elkaar gemonteerde vacuümbuizen. In elk van deze vacuümbuizen bevindt zich een kanaaltje waarin het water of glycolwater stroomt, dat moet worden opgewarmd door de zon.
Er wordt gebruik gemaakt van vacuüm buizen, omdat het vacuüm in elke buis zorgt voor een perfecte isolatie en warmteverlies vermindert door het systeem te beschermen tegen invloeden van buitenaf. Het resultaat is dat hierdoor meer zonne-energie wordt opgevangen dan bij traditionele vlakkeplaatcollectoren, met als gevolg betere prestaties en efficiëntie.
Een ander groot voordeel van vacuümbuiscollectoren is dat een correcte plaatsing veel minder doorslaggevend is dan bij de vlakke collectoren. Daar waar de vlakke collectoren zoveel mogelijk naar de zon gericht moeten worden, is dit bij vacuümbuiscollectoren veel minder het geval. Doordat de ronde heatpipes de zon van alle richtingen kunnen opvangen, kunnen vacuümbuiscollectoren ook naar het westen of het oosten gericht worden, en nog steeds een hoog rendement halen. Vacuümbuiscollectoren zijn dus vooral geschikt voor mensen wiens dak niet in de optimale richting naar de zon gericht is.
Omwille van hun hogere rendement en hun gesofisticeerder design zijn vacuümbuiscollectoren wel iets duurder dan de vlakkeplaatcollectoren. Maar zeker wanneer vlakkeplaatcollectoren niet in een optimale richting geplaatst kunnen worden, kunnen vacuümbuiscollectoren wel een meerwaarde vormen.
Eén van de meeste gestelde vragen omtrent zonnecollectoren, is: "Hoeveel zonnecollectoren moet ik plaatsen?". Uiteraard een terechte vraag, want je wil natuurlijk niet teveel betalen voor je zonnecollectoren. Anderzijds wil je dat je zonnecollectoren voldoende warm water kunnen genereren op basis van jouw waterverbruik.
Het aantal zonnecollectoren dat je moet plaatsen zal voornamelijk afhangen van je waterverbruik. En dit hangt dan weer in grote mate af van de grootte van je gezin.
Wat vaststaat is dat je voldoende oppervlakte moet voorzien opdat de zonnecollectoren je hele huis van warm water kunnen voorzien aan een temperatuur van 60°. Indien je uitgaat van een gemiddeld waterverbruik, komt dit overeen met 1 tot 1,5 m² per bewoner. Per vierkante meter zonnecollector kan je zo'n 50 tot 60 liter water twee dagen lang warm houden in je voorraadvat.
De prijs van je volledige installatie van zonnecollectoren hangt uiteraard af van het aantal zonnecollectoren dat je moet plaatsen. In de vorige paragraaf kon je al min of meer uitrekenen hoeveel zonnecollectoren je zou moeten plaatsen. Dit hangt voornamelijk af van je gezinsgrootte.
Maar bij het plaatsen van zonnecollectoren op je dak komen een paar extra kosten kijken. Wil je je zonnecollectoren zelf op je dak installeren, dan zal je ook extra accessoires voor plaatsing moeten aanschaffen, zoals het frame waarop je zonnecollectoren geplaatst moeten worden.
Laat je je zonnecollectoren plaatsen door een gespecialiseerde firma, dan zal deze uiteraard ook plaatsingskosten aanrekenen. Hierin zitten bijvoorbeeld de kosten voor de accessoires in.